Inhoudsmaten.

Invuloefening.

Klik eerst op "Let op!". Lees aandachtig "Let op!". Vul vervolgens alle antwoorden in. Als je een tip (hint) vraagt, verschijnt het eerste cijfer / de eerste letter (het volgende cijfer / de volgende letter) van het antwoord. Druk dan op "Controleer". Als "Juist! Goed gedaan!" verschijnt, ben je klaar.

Maatbeker.jpg











1. Welke maateenheid van de inhoudsmaten is aanwezig in volgend lijstje?
Kies uit: 5 centimeter - 3 kilogram - 0,8 dl - 12 km - 18 gram

2. Welk is het cijfer met als waarde cl in de maat 102 cl?

3. 10 keer kleiner dan 1 dl is 1 .

4. 1 dl = l

5. 3,6 l = 36

6. Welke waarde past bij de tweede beker?
Kies uit: 25 l - 30 l - 3 l - 260 l - 12 l - 6 l



7. Welk is de inhoud van het theekopje dat precies overeen komt met de inhoud van de theepot?



8. Welke inhoud is kleiner dan 1 liter?



9. Welke maateenheid gebruiken we om de inhoud van dit spuitje weer te geven?



10. 3 l + 2 dl = dl

11. 8 l - 75 dl = cl

12. Hoeveel sinaasappelsap is er in de pot?

cl

13. Hoeveel cl in anderhalve liter? cl

14. 32 l 5 cl = dl

15. Rangschik van meer naar minder.
88 dl - 8 l - 8 cl - -